- 07 | 10 | 2025
Digitalisering heeft organisaties enorme voordelen gebracht, maar kent ook onzichtbare milieukosten. Naarmate de hoeveelheid gegevens groeit, neemt ook de energie toe die nodig is om informatie te creëren, op te slaan, te verwerken en te beheren. Dat drijft zowel de koolstofuitstoot als de operationele kosten op. Door effectief documentbeheer toe te passen, kunnen organisaties datarommel verminderen, registraties stroomlijnen en onnodige opslagbehoefte wegnemen. Hierdoor daalt het totale energieverbruik en verbetert de duurzaamheid. Belangrijk is dat deze inspanningen ook financiële voordelen opleveren: lager energieverbruik, een geoptimaliseerde data-infrastructuur en lagere opslagkosten. Op basis van het OASIS-whitepaper 2024 The Impact of Digital Decarbonisation in Records and Information Management schetst deze blog twaalf praktische stappen waarmee organisaties hun digitale koolstofvoetafdruk kunnen verkleinen, kosten besparen en duurzamer werken.
STAP #1: Ontwikkel en implementeer een robuuste strategie voor het levenscyclusbeheer van digitale documenten.
Dit omvat het definiëren van de fasen in de levenscyclus van een document: van creatie, actief gebruik en onderhoud tot uiteindelijke archivering en vooral verwijdering. Door deze fasen helder vast te leggen, kunnen organisaties ervoor zorgen dat documenten correct worden beheerd en opgeslagen op basis van hun relevantie en waarde. Deze aanpak voorkomt onnodige opstapeling en zorgt ervoor dat alleen belangrijke, actieve documenten kostbare opslagruimte innemen. Datavernietiging (ook wel data-disposal, datadestructie of data-sanitization) is vaak een vergeten stap in het levenscyclusbeheer, maar moet een cruciale afweging zijn, met inachtneming van de geldende vernietigingsnormen.
Praktische acties:
STAP #2: Voer regelmatige controles van digitale documenten uit en onderhoud een efficiënt documentbeheersysteem.
Het uitvoeren van regelmatige controles van digitale documenten is essentieel voor een efficiënt documentbeheersysteem. Deze controles helpen documenten te identificeren die niet langer nodig, verouderd of irrelevant zijn. Zodra ze zijn geïdentificeerd, moeten deze documenten systematisch worden vernietigd of gearchiveerd volgens het vastgestelde beleid. Deze werkwijze vermindert niet alleen datarommel, maar helpt ook opslagmiddelen vrij te maken en het energieverbruik te verlagen dat gepaard gaat met het onderhouden van grote hoeveelheden onnodige documenten.
Praktische acties:
STAP #3: Gebruik efficiënte opslagoplossingen.
Het toepassen van efficiënte opslagoplossingen is een ander aspect van effectief documentbeheer. Dit omvat het gebruik van gecentraliseerde opslagsystemen voor eenvoudige terugvinding en beheer, en het hanteren van gelaagde opslagstrategieën waarbij documenten worden toegewezen aan het meest geschikte medium op basis van gebruiksfrequentie en belang. Zo kunnen veel geraadpleegde documenten op high-performance opslag staan, terwijl minder kritieke documenten naar goedkopere, energiezuinige opslag worden verplaatst. Het opstellen van een datakwaliteitsplan helpt om (i) gegevens van hoge kwaliteit te prioriteren en beschikbaar te maken waar passend, en (ii) gegevens van lage kwaliteit, die in elke interactiefase kunnen ontstaan, zo efficiënt mogelijk op te slaan of uit opslag te verwijderen.
Praktische acties:
STAP #4: Verzamel alleen de minimaal benodigde gegevens voor een specifiek doel en bewaar deze slechts zolang als nodig.
Dataminimalisatie betekent dat je alleen de gegevens verzamelt die nodig zijn voor een specifiek doel en deze slechts zolang bewaart als nodig. Deze aanpak verkleint het risico op de opeenstapeling van ‘dark data’ en vermindert opslagkosten. In de context van sensorgegevens is het bijvoorbeeld cruciaal dat alleen relevante gegevens worden vastgelegd met de juiste granulariteit. Te veel verzamelen, zoals sensorgegevens te vaak registreren wanneer er geen betekenisvolle veranderingen optreden, leidt tot onnodige opslag en verwerking en dus tot inefficiëntie. Het verkleinen van de koolstofvoetafdruk via principes van data-ethiek omvat ook het vermijden van de proliferatie van onnodige, dubbele of overlappende data-infrastructuur.
Praktische acties:
STAP #5: Implementeer gecentraliseerde datamanagementsystemen om opslag en beheer te consolideren.
Door gecentraliseerde datamanagementsystemen in te zetten kunnen organisaties hun gegevensopslag en -beheer bundelen in één samenhangend systeem. Deze centralisatie zorgt ervoor dat gegevens consistent worden gecategoriseerd, gecontroleerd en onderhouden in de hele organisatie, waardoor het risico op dubbele opslag afneemt. Gecentraliseerde systemen verbeteren ook toegangsbeheer, gegevensdeling en naleving, wat leidt tot efficiënter en effectiever gebruik van gegevens. Beter databeheer helpt de impact van digitale technologie te beperken, aangezien de onderliggende infrastructuur, met name de toenemende gegevensproductie en -consumptie, het milieu negatief kan beïnvloeden.
Praktische acties:
STAP #6: Gebruik cloudservices met ‘groene’ certificeringen om de milieu-impact van opslag en verwerking te verlagen.
Het gebruik van cloudservices met een duurzaamheidskeurmerk kan de milieu-impact van gegevensopslag en -verwerking aanzienlijk verminderen. Providers met zo’n keurmerk gebruiken energiezuinige datacenters die worden aangedreven door hernieuwbare energiebronnen, waardoor de totale koolstofvoetafdruk van databeheer daalt. Bovendien bieden cloudservices vaak geavanceerde functies voor databeheer, zoals automatische archivering en verwijdering. Door cloudproviders te kiezen met een duidelijke duurzaamheidsambitie kunnen organisaties hun datapraktijken laten aansluiten op bredere milieudoelen en de financiële opslagkosten verlagen. Sommige datacenterexploitanten zijn bijvoorbeeld ondertekenaar van het Climate Neutral Data Centre Pact en beloven dat datacenters in 2030 klimaatneutraal zijn.
Praktische acties:
‘Ken je data’ is cruciaal om een helder beeld te krijgen van je gegevens. Ontbreekt dit inzicht, dan stapelt zogenoemde ‘dark data’ zich op: gegevens die wel worden opgeslagen, maar niet actief worden gebruikt. Dat verspilt niet alleen opslagcapaciteit, maar belemmert ook dat een organisatie waardevolle inzichten uit haar gegevens haalt.
STAP #7: Vermijd onnodige duplicatie en dubbele datacreatie.
Voer stevig beleid voor databeheer in om duplicatie te voorkomen, omdat dit kan leiden tot hogere opslag- en energiekosten. Overtollige data neemt immers kostbare opslagruimte in en verhoogt het energieverbruik, vooral in datacenters en bij inefficiënte opslag. Door dubbele gegevens systematisch op te sporen en te verwijderen, verminderen organisaties de complexiteit van hun digitale systemen, wat de efficiëntie van IT-operaties vergroot. Ook silo-werken en datasilo’s zorgen vaak voor het onnodig creëren van gegevens die al bestaan. Het versterken van het organisatiegeheugen (beter zicht hebben op bestaande data) helpt de productiviteit te verhogen (minder zoektijd) en de koolstofvoetafdruk van data te verkleinen.
Praktische acties:
STAP #8: Beoordeel ‘dark data’ regelmatig, zodat deze óf effectief wordt benut óf verantwoord wordt verwijderd.
Beoordeel en beheer ‘dark data’ regelmatig en zorg dat deze ofwel zinvol wordt gebruikt, ofwel op verantwoorde wijze wordt verwijderd. Ongebruikte gegevens dragen aanzienlijk bij aan het energieverbruik en daarmee aan de totale koolstofvoetafdruk. Effectief beheer van dark data betekent niet alleen dat je de bedrijfswaarde vaststelt en classificeert, maar ook dat je die classificatie onderhoudt om te voorkomen dat data opnieuw veroudert of ‘donker’ wordt. Dit levert niet alleen voordelen op voor het energiebeheer, maar ook voor betere besluitvorming. Als een deel van de data onzichtbaar blijft en beslissingen alleen worden genomen op basis van zichtbare gegevens, ontbreekt een deel van het totaalbeeld. Dat kan leiden tot verkeerde conclusies en slechte beslissingen.
Praktische acties:
STAP #9: Ontwikkel robuuste systemen voor kennismanagement die efficiënt delen en hergebruik van informatie stimuleren.
Binnen veel organisaties wordt steeds meer digitale data gegenereerd, verwerkt en opgeslagen, maar vaak nooit hergebruikt. Dat zorgt voor een grote en onnodige vraag naar energie. Naadloos gegevens delen tussen afdelingen vraagt om duidelijke datastandaarden en goede afspraken over metadata. Zo blijft de context van gedeelde data behouden, is toegang veilig geregeld, wordt de juistheid gecontroleerd en ontstaat een gemeenschappelijke interpretatie die samenwerking bevordert. Dit leidt tot een beter overzicht van zowel de IT-omgeving als de data-omgeving van een organisatie en draagt bij aan duurzaamheid door verspilling van software en data te voorkomen.
Praktische acties:
Wees milieubewust en draag bij aan mondiale duurzaamheidsdoelen, zoals klimaatactie, verantwoorde consumptie en productie, en duurzame innovatie in de industrie. Het systematisch terugdringen van digitale koolstofemissies helpt niet alleen om aan regelgeving te voldoen, maar positioneert organisaties ook als koplopers in de wereldwijde overgang naar een koolstofarme economie.
STAP #10: Leid medewerkers op in verantwoord databeheer met oog voor het milieu.
Digitale trainingsprogramma’s moeten medewerkers bewust maken van het belang van metadatabeheer, de risico’s van dark data en de duurzaamheidsdoelen van de organisatie. De trainingen moeten ook goede werkwijzen behandelen voor het classificeren, opslaan en verwijderen van data. Zo begrijpen medewerkers hun rol in het waarborgen van datakwaliteit en het verkleinen van de koolstofvoetafdruk van de organisatie. Door een cultuur van duurzaamheid en verantwoordelijkheid te stimuleren, kunnen organisaties ervoor zorgen dat beleid en richtlijnen voor informatiebeheer consequent en effectief worden toegepast. Bij een brede aanpak van verantwoord databeheer gaat de opleiding van medewerkers verder dan alleen thema’s als privacy en beveiliging en omvat zij ook de ecologische impact van hun digitale gedrag.
Praktische acties:
STAP #11: Stimuleer verantwoord gebruik en toepassing van kunstmatige intelligentie (AI).
Overweeg bij de inzet van AI zorgvuldig de omvang en locatie van datasets en beoordeel of het echt nodig is om geavanceerde technologieën zoals generatieve AI te gebruiken. Onnodig gebruik kan leiden tot fors energieverbruik. Hoe verleidelijk het ook is om de nieuwste AI op datasets los te laten, het is essentieel kritisch te kijken of dit de besluitvorming daadwerkelijk verbetert. Hulpmiddelen zoals de Data Carbon Scorecard kunnen helpen bepalen of beschrijvende, voorspellende of voorschrijvende analyses beter passen dan AI. Ze ondersteunen gedragsverandering en dragen bij aan de milieuefficiëntie van projecten.
Praktische acties:
STAP #12: Pas het Data Entity Audit Framework toe om de ‘geschiktheid’ van data te beoordelen.
Zonder duidelijke beoordelingsinstrumenten is het voor organisaties lastig om waardevolle gegevens te onderscheiden van verspilling. Met de criteria datacompleetheid en datatijdigheid helpt het Data Entity Audit Framework organisaties hun belangrijkste gegevens en kenmerken in het hele informatielandschap te beoordelen. Zo worden verbetermogelijkheden zichtbaar die bijdragen aan lagere broeikasgasemissies en lagere digitale kosten. Het beoordelen van de ‘geschiktheid’ van data is een doorlopend proces en helpt organisaties om gegevens te identificeren die kunnen worden verwijderd.
Praktische acties:
Het terugdringen van digitale koolstofuitstoot is geen nicheonderwerp meer. Nu data-infrastructuur meer energie verbruikt dan de luchtvaart, is het aanpakken van digitale emissies essentieel om ESG-doelen te halen, kosten te beheersen en veerkracht te vergroten. Door deze twaalf stappen te verankeren, ondersteund door bewijs, hulpmiddelen en gestructureerd denken, kunnen organisaties niet alleen hun milieuvoetafdruk verkleinen, maar ook hun operationele efficiëntie vergroten, betere beslissingen nemen en een voortrekkersrol spelen in digitale duurzaamheid.